Druk op een toets totdat de letter wordt weergegeven.
Als u een spatie wilt invoeren, drukt u op 0.
Als u een speciaal teken of leesteken wilt invoeren, drukt u op de stertoets. Als u het woordenboek wilt gebruiken houdt u de stertoets ingedrukt.
Als u tussen hoofdletters en kleine letters wilt schakelen, drukt u herhaaldelijk op #.
Houd de cijfertoets ingedrukt als u een cijfer wilt invoegen.